top of page
Featured Posts
Recent Posts

Voor alles een eerste keer

Voor alles is een eerste keer, afgelopen maandag was voor mij de eerste keer dat ik een nachtje moest doorbrengen in het ziekenhuis.

Sinds donderdag was ik al grieperig, maar maandag werd het menens. Ik voelde me onwijs beroerd, kon niks anders dan naar het plafond staren en als ik mijn hoofd ook maar iets bewoog had ik het gevoel alsof iemand erop stond te timmeren. Gelukkig was mijn moeder langs gekomen, die zei ook heel liefdevol dat ik er niet uit zag. Na wat twijfelen heb ik toch de huisartsenpost gebeld. Om half 8 kon ik langskomen. Bas kwam thuis van zijn werk. ‘Jezus, wat zie jij er uit, lijkt net alsof je overleden bent man.’ zei hij. En bedankt ik houd ook van jou?

Om half 8 stonden we braaf bij de huisartsenpost. Zelfs de mensen in de wachtkamer keken mij aan alsof ik een spook was. Lekker dan. De huisarts vond mij er ook niet lekker uit zien. 38,5 graden koorts. Ze besloot om tijdens de testjes nog even op mijn hoofd te slaan.  Leuk man. Ik kermde het uit van de pijn. Ja oké het was vast nodig maar lekker was anders. De huisarts zei dat ze bang was voor een hersenvliesontsteking. Ze moest bloedprikken om het zeker te weten. Daarna kon ik door naar de spoedeisende hulp. Ik keek Bas aan en trok zo mogelijk nog witter weg. Dat klonk niet goed.

Na bloed prikken bleek, ontstekingswaarden van 205, een normaal mens heeft 5. Dit bevestigde haar verdenking en we moesten door naar de spoedeisende hulp. Hier werd ik door een molen aan testjes gehaald.

Zelf loop ik stage in het ziekenhuis op de kinderafdeling. Dit heeft voordelen, want je weet hoe sommige dingen gaan, maar ook nadelen want je weet hoe sommige dingen gaan. We begonnen meteen met een van de leukste dingen, infuus prikken. Ik dacht terug aan een man van 40+ die het uit kermde van de pijn. Ahhh fijn. Het ging bij mij ook nog twee keer mis. Nadat het eerste infuus prikken mislukte zei ze: ‘Ik probeer het nog één keer en dan haal ik mijn collega er bij.’ Als mensen dat zeggen krijg ik al niet heel veel vertrouwen. Dus jij staat hier op mij te oefenen? SUPER. De tweede keer prikken mislukte ook. Ze deed wat verband om de lekkende gaatjes in mijn linkerarm en haalde haar collega. ‘Kijk Bas, ik word wel stoer zo.’ zei ik terwijl ik mijn arm in de lucht hield. Haar collega, een wat oudere verpleger kwam binnen. Hij prikte gelukkig meteen raak. Waar die man van 40 in het ziekenhuis nou zo van kermde snapte ik niet. De verpleger plakte het infuus vast en tapte bloed af voor wat testjes.. ‘Hé Bas, ik ben echt gewoon meer badass dan een man van 40+. Ik gaf geen kik.’ ‘Jaaa je bent heel stoer hoor’ antwoordde hij grijnzend. ‘Stom ding.’ mompelde hij er nog achteraan. Er werd een zak met vocht aan het infuus aangesloten en ik werd aan een monitor gelegd. Serious business.

Daarna volgde een longfoto. Na terugkomst vroeg Bas zich af wat voor rare dingen ik nou altijd had. ‘Ik ben raar, wat verwacht je nou?’ Na de longfoto kwam nog een hartfilmpje. ‘Bas, dit is wel handig nou weet ik precies hoe al die testjes gaan en kan ik het extra goed uitleggen.’ zei ik met een knipoog. ‘Had je dat niet even op een andere manier kunnen doen?’ vroeg hij vermoeid. ‘Nee first hand experience is het beste Bas.’ Hij kon gelukkig hier ook nog om lachen. ‘Je bent echt stom jij weet je dat?’ Als we maar kunnen blijven lachen komt het goed.

Na het hartfilmpje kwam het meest kloterige. Ruggenprik. De arts kwam binnen om het te melden, omdat ze van hersenvliesontsteking uit gingen moesten ze ook wat hersenvocht af nemen, dit kon alleen via een ruggenprik. ‘Vind je het spannend?’ vroeg ze. Dit vond ik toch echt minder leuk worden. ‘Ja eigenlijk wel.’ ‘Dan doen we het maar meteen dan ben je er van af.’ De verpleger legde de procedure uit. Ik moest me opvouwen tot een balletje, of bal in mijn geval want ik ben vrij lang. Hoe balleriger ik mij kon maken, des te beter voor de arts. Daarna de prik en dan zou ik opgerold moeten blijven liggen tot ze genoeg vloeistof hadden kunnen afnemen. ‘Bij sommige mensen spuit het er uit en bij andere druppelt het heel langzaam.’ Bij mij gaat het druppelen dacht ik nog, zo veel pech heb ik wel. De verpleegster probeerde mij af te leiden maar de prik bleef vrij gemeen. ‘Shit.’ kermde ik ‘Sorry… spuit het er al uit?’ De verpleger begon te lachen. ‘Nee we zitten nog niet onder.’ Ik bleek inderdaad héél langzaam te druppelen. ‘Hoe ver gaat die naald eigenlijk?’ hoorde ik Bas vragen. ‘Best diep, ongeveer 3-5 cm.’ ‘Gadver Bas dat wil ik allemaal niet weten.’ ‘Je mag best even aan deze kant komen kijken hoor.’ zei de verpleger tegen Bas. Bas liep enthousiast naar achteren. ‘Niks zeggen.’ kreunde ik. Toen de naald er na eeuwen eindelijk uit mocht liet e verpleger mij de naald zien. Dat ding was gigantisch. Geen wonder dat het pijn deed. Blij dat ik hem niet voor het onderzoek had gezien. Ik liep dan wel grappen te maken maar leuk vond ik het niet. Ik zei eerlijk tegen de verpleger dat ik best bang was, het klonk best eng. Hij legde uit dat er twee soorten hersenvliesontsteking zijn, bacteriële (bedreigende vorm) en de virale. Ik had de virale, een soort griep bij je hersenvliesontsteking. Lekker was anders maar ik ging niet dood meldde hij. Dat was dan wel weer fijn!  Na voor mijn gevoel uren mocht ik weer normaal gaan liggen. Ik moest een uur stil op mijn rug blijven liggen, de prik zorgde ervoor dat mijn hoofdpijn zo mogelijk nog erger werd. Ze verlieten de kamer en zouden over een uur terug komen met de uitslag.

Ik trok mijn gezicht strak. ‘Dit is geen kattenpis.’ zei ik zo droog mogelijk tegen Bas. Hij begon te lachen. ‘Stom ding.’

Na iets meer dan een uur kwam de arts terug, virale hersenvliesontsteking. Niet gevaarlijk maar ik moest wel blijven ter observatie. Daar baalde ik echt van. Om 1 uur lag ik eindelijk in een bed. Ik weet niet meer hoe ik van het ene bed ben overgestapt op het andere. Ik viel meteen in slaap en werd om kwart voor 2 weer wakker. De vrouw naast mij lag te kermen. Zelf had ik veel last van mijn benen en kon ik mijn draai niet vinden. Het enige wat er gebeurde was dat ik steeds misselijker werd. De man schuin tegenover mij begon te snurken. Na een uur begon de man tegenover mij scheten te laten. Dit is geen grapje, elke 5 minuten hoorde ik weer een dikke scheet. Uiteindelijk heb ik op de bel gedrukt en van de zuster wat pijnstilling gekregen en iets tegen de misselijkheid.

De volgende ochtend werd ik om 7 uur wakker gemaakt. Ik voelde mij al een stuk beter, er stond in ieder geval niemand tegen mijn schedel aan te bonken. Wel voelde ik mij heel wazig, nadenken was erg lastig. Om elf uur stond mijn moeder aan mijn bed met wat spullen. Een kwartier later was Bas er. Om half 12 vertrok mijn moeder weer en Bas is de rest van de dag aan mijn bed gebleven. Halverwege de middag kwam er een zuster weer bloed afnemen. Nóg een gat er bij. Aan het eind van de middag kwam er een arts kijken en wat testjes doen. Mijn ontstekingswaardes waren aan het dalen dus dat was goed nieuws. Ik had 2 opties. Nog een nachtje blijven slapen in het ziekenhuis en morgenochtend bloed prikken, of naar huis en over een week naar de huisarts. Hij vond mijn ontstekingswaardes nog vrij hoog en zei dat ik waarschijnlijk wel naar huis kon, maar ik liep ook de kans dat ik dan weer met spoed terug moest. Dat idee stond me niet aan en ik besloot te blijven.

Een uur later kwam de neuroloog kijken. Mijn bloed was verder schoon, de kweekjes van de ruggenprik zagen er verder ook goed uit. Geen bacteriën. Ik mocht naar huis om te slapen, dan kon ik de volgende ochtend terug komen om bloed te prikken en dan zou ze bellen voor de uitslag. Dit vond ik een beter plan, eigen bed in maar wel snel weer een controle.

Ik ging naar huis en om kwart voor 7 stapte ik al mijn bed in.

De waardes zijn woensdag weer verder gedaald. Ik moet totaal 1 a 2 weken bedrust houden en daarna mag ik weer langzaam aan beginnen met opbouwen van stage en andere activiteiten. Ik heb geen koorts meer en krijg eindelijk weer wat kleur op mijn gezicht.  Als vermaak heb ik een kleurboek gekregen want ook tv moet ik zo veel mogelijk mijden. Het gaat echt de goede kant op maar nadenken is nog vrij lastig. Maar goed dat is nooit mijn sterkste punt geweest.


bottom of page